Nederlands

„Moet artikel 3, lid 2, onder a), van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, aldus worden uitgelegd dat een besluit als het in geding zijnde, dat louter voorwaarden stelt voor de uitbating van parkings, zonder regels vast te stellen voor de ligging of het maximumaantal ervan, niettemin moet worden aangemerkt als een plan of programma met betrekking tot vervoer, ruimtelijke ordening of grondgebruik?”

"1. Moet artikel 10 Verordening (EG) Nr.6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen aldus worden uitgelegd dat de vergelijking tussen het ingeschreven model en het beweerd inbreukmakend model moet gebeuren vanuit het standpunt van de geïnformeerde gebruiker op de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving (of wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt van de datum van voorrang), of op datum van inbreuk?.

Moeten de punten 1 en 5 van artikel 2, lid 2, van verordening nr. 1924/2006 aldus worden uitgelegd dat de termen „bepaalde eigenschappen” en „een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan” aanwijzingen bevatten met betrekking tot de frequentie van inname en/of de wijze van toediening?

1. Dient artikel 15, lid 1, van richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), gelezen in samenhang met de artikelen 7, 8 en 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in die zin te worden uitgelegd:

Worden artikel 2, 9 en 13 van de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en het neutraliteitsbeginsel geschonden indien deze bepaling zo worden uitgelegd dat door toetreding tot een opdrachthoudende vereniging, de deelnemers die beheersoverdracht gedaan hebben, geen btw verschuldigd zijn wanneer ze beroep doen op de diensten van de opdrachthoudende vereniging, aangezien deze in het kader van de beheersoverdracht wordt geacht op te treden in plaats van haar leden waardoor prestaties door de opd

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

„Is het Unierecht, hoofdzakelijk de bepalingen van het Handvest van de grondrechten van de Unie en die van richtlijn 2008/115/EG, van toepassing op een praktijk van een lidstaat die hem toestaat het verblijf van een aldaar illegaal verblijvende derdelander ter plaatse te regulariseren?

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Pages

Subscribe to RSS - Het Hof van Justitie