Nederlands

"Moet artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aldus worden geïnterpreteerd dat het zich verzet tegen een nationale regeling, zoals die wordt bestreden voor het hof (m.n. die werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof doch waarvan de gevolgen werden gehandhaafd evenwel met schending van de vrijheid van vestiging als gevolg waarvan de gehandhaafde nationale regeling buiten toepassing moet worden gelaten ten aanzien van de winsten uitgekeerd door vennootschappen gevestigd in een andere lidstaat met een Belgische vaste inrichting), en waarbij

Beschikking van doorhaling (C-3-23)

"Schendt het artikel 21, eerste lid 5° WIB 1992, zoals het is gewijzigd door artikel 170 van de Wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen, de bepalingen van artikelen 56 en 63 VWEU alsmede de artikelen 36 en 40 van de EER-overeenkomst aangezien de betreffende bepaling, hoewel ze zonder onderscheid geldt voor binnen- en buitenlandse dienstverrichters, vereist dat niet alleen voldaan wordt aan voorwaarden die analoog zijn aan deze opgenomen in artikel 2 KB/WIB 1992, die de facto eigen zijn aan de Belgische markt, maar vooreerst ook vereist dat dergelijke analoge vereisten van overheid

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.

Moet artikel 5, lid 1, van richtlijn [2001]/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen aldus worden uitgelegd dat aan de daarin gestelde voorwaarde, namelijk dat de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn niet van toepassing zijn op een overgang van een onderneming wanneer de vervreemder verwikkeld is in een faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie v

Pages

Subscribe to RSS - Het Hof van Justitie