“Dient artikel 20, lid 3, c), van de richtlijn (EU) 2014/40 gelezen in samenhang met artikel 7, lid 6 van diezelfde richtlijn in die zin te worden geïnterpreteerd dat het voor de lidstaten de verplichting inhoudt, wat het in de handel brengen van elektronische sigaretten en navulverpakkingen betreft, te verbieden dat, zoals in artikel 7, lid 6, onder d) is bepaald, nicotine houdende vloeistof additieven bevat die de inhalatie of de opname van nicotine faciliteren, ook al veroorzaakt de elektronische sigaret geen verbranding noch rook?”