Nieuwsalert 22 oktober 2024
Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.
Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.
Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.
Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.
1. Zijn de bepalingen van de verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 « betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen » die betrekking hebben op de tijdelijke solidariteitsbijdrage, geldig in zoverre die bepalingen zijn aangenomen op grond van artikel 122, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ?
“Dient artikel 20, lid 3, c), van de richtlijn (EU) 2014/40 gelezen in samenhang met artikel 7, lid 6 van diezelfde richtlijn in die zin te worden geïnterpreteerd dat het voor de lidstaten de verplichting inhoudt, wat het in de handel brengen van elektronische sigaretten en navulverpakkingen betreft, te verbieden dat, zoals in artikel 7, lid 6, onder d) is bepaald, nicotine houdende vloeistof additieven bevat die de inhalatie of de opname van nicotine faciliteren, ook al veroorzaakt de elektronische sigaret geen verbranding noch rook?”
Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.
"'Moet het begrip “reiziger” van artikel 3.6) Richtlijn Pakketreizen aldus worden uitgelegd dat het ook een rechtspersoon omvat, zoals een vereniging zonder winstoogmerk die occasioneel van een handelaar een pakketreis koopt voor haar leden?
“1°. Moet artikel 4, lid 1, b) van de verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 ‘betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen,’ al dan niet samen te lezen met de artikelen 2 en 9 van die verordening (EU) nr.
Moet het Kaderbesluit 2008/947/JBZ (Kaderbesluit van de Raad inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen) zo worden geïnterpreteerd dat, indien België in het kader van de terbeschikkingstelling een vonnis uitspreekt waarbij aan de veroordeelde een invrijheidstelling onder toezicht wordt toegekend met bijzondere voorwaarden, en dit vonnis door de bevoegde Belgische autoriteit samen met het -in het Kaderbesluit bedoelde- certificaat wordt toegezonden aan de