„a) Moet artikel 17 AVG, in samenhang gelezen met het recht op bescherming van persoonsgegevens zoals gewaarborgd door artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (‚Handvest’), de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst zoals gewaarborgd door artikel 10 van het Handvest en artikel 9 EVRM en het beginsel van scheiding van kerk en staat zoals verankerd in de artikelen 19 en 21 van de Belgische Grondwet, zo worden geïnterpreteerd dat een persoon die als minderjarige gedoopt werd en als meerderjarige zich van de Rooms-Katholieke Kerk wil distantiëren al dan niet over een recht beschikt op wissing van zijn persoonsgegevens uit het doopregister?
b) Maakt het daarbij voor de toepassing van artikel 17.1.c) AVG een verschil dat, volgens de verwerkingsverantwoordelijke, de ingave in het doopregister raakt aan de hogervermelde fundamentele rechten (vrijheid van godsdienst) van de verwerkingsverantwoordelijke en de Rooms-Katholieke kerkgemeenschap die zij vertegenwoordigt?
c) Maakt het daarbij een verschil dat dit doopregister niet digitaal is, maar een unieke materiële drager onder de vorm van boek met recto-verso pagina’s waarbij ook op de achterkant gegevens van andere betrokkenen staan vermeld?
d) Maakt het daarbij een verschil dat het boek zelf een historisch artefact is en dat het doopregister een unieke weergave is van historische feiten die nergens anders worden geregistreerd waardoor de gegevensverwerking ook gebeurt met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden in de zin van artikel 17.3.d) AVG?
e) In de mate dat er een recht op gegevenswissing zou bestaan in de zin van artikel 17.1 AVG en in de mate dat er geen uitzondering op dit recht zou gelden in de zin van artikel 17.3 AVG wordt aan het recht op gegevenswissing bij equivalent voldaan door de annotatie dat een persoon de kerk heeft verlaten in de marge van het doopregister?”