“1. Is voor de toepassing van de stand-stillbepaling van artikel 28, lid 3, a) en vierde lid en bijlage 15, punt 4, Richtlijn 77/388/EEG, thans artikel 370 en bijlage X, deel A, sub 4, Richtlijn 2006/112/EG, een uitdrukkelijke wettelijke bepaling vereist waarmee wordt afgeweken van de in artikel 26, lid 3, Richtlijn
77/388/EEG, thans artikel 309 Richtlijn 2006/112/EG, bepaalde btw-vrijstelling van reisbureaus voor reisdiensten buiten de Europese Unie?"
“2. Dient artikel 28, lid 3, a), en lid 4 en bijlage E, punt 15, Richtlijn 77/388/EEG, thans artikel 370 en bijlage X, deel A, sub 4, Richtlijn 2006/112/EG, aldus te worden uitgelegd dat een na de inwerkingtreding van Richtlijn 77/388/EEG aan de bestaande wetgeving aangebrachte wijziging waarbij de uitdrukkelijke wetsbepaling die de belastbaarheid van door reisbureaus verrichte reisdiensten buiten de EU tot gevolg had, wordt geschrapt en wordt vervangen door bepalingen waaruit slechts impliciet volgt dat reisdiensten buiten de EU belastbaar blijven, moet worden beschouwd als een wetgeving die niet op de voornaamste punten identiek is aan de vroegere wetgeving en van een andere hoofdgedachte uitgaat?"
Titel | Grootte |
---|---|
Verwijzende rechter: Hof van cassatie (T-221-25).pdf | 1.56 MB |