Hoogste rechtscolleges

Verwijzende rechter: Arbeidsrechtbank van Luik

1) Vormt een beroep waarin het nationale recht voorziet ten behoeve van een asielzoeker die is aangemaand om zijn verzoek om internationale bescherming in een andere lidstaat te laten behandelen en dat geen enkele opschortende werking heeft en die werking slechts kan verkrijgen in geval van vrijheidsbeneming met het oog op een imminente overdracht, een ‚daadwerkelijk rechtsmiddel’ in de zin van artikel 27 van de Dublin III-verordening[omissis]?

Verwijzingsbeschikking: Franstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel

1) Staat punt 9 van aanhangsel 3 van subdeel A van bijlage I bij verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig verordening (EG) nr.

Verwijzingsbeschikking: Hof van beroep Brussel

1. Moeten de artikelen 34-36 VWEU aldus worden uitgelegd dat, indien een merkgeneesmiddel (referentiegeneesmiddel) en een generiek geneesmiddel door economisch met elkaar verbonden ondernemingen in de EER in de handel ziin gebracht, het verzet van een merkhouder tegen de verdere verhandeling van het generiek geneesmiddel door een parallelimporteur na ompakking van dit generiek geneesmiddel door het aanbrengen van het

merk van het merkgeneesmiddel (referentiegeneesmiddel) in het land van invoer, kan leiden

tot een kunstmatige afscherming van de markten van de Lidstaten?