Het Hof van Justitie

Verwijzende rechter: Hof van cassatie (C-204-25)

„Dient de handelsagentuurovereenkomst als beëindigd beschouwd te worden in de zin van de artikelen 15.2 en 19 van de Richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten, op het ogenblik van de effectieve stopzetting van de handelsagentuurovereenkomst, dus na het verstrijken van de opzeggingstermijn, dan wel op het ogenblik dat de h

Verwijzende rechter: Raad van State (C-131-25)

„Moeten artikel 18, eerste alinea, en artikel 21, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie [(VWEU)], afzonderlijk gelezen of gelezen in samenhang met artikel 165, lid 1 en lid 2, tweede streepje, [VWEU] en artikel 14, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een quotaregeling voor de toegang tot de universitair

Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne (C-150-25)

„Moet artikel 45 VWEU aldus worden uitgelegd dat een lidstaat (België) bij de berekening van de personenbelasting van een van zijn ingezetenen rekening moet houden met het feit dat deze ingezetene van België – niettegenstaande een verdragsrechtelijke non-discriminatiebepaling, zoals artikel 25, lid 2, van de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbel belasting van 10 maart 1964, die voorzi