Het Hof van Justitie

Verwijzende rechter: Franstalige Rechtbank van eerste aanleg Brussel

„Zijn het plan met betrekking tot lokaal opgeleide spelers, dat in 2005 door de UEFA en haar leden, waaronder de KBVB, op het congres van Tallinn is vastgesteld, en/of de regels van de KBVB met betrekking tot lokaal opgeleide spelers en/of die van de UEFA en/of de door de andere leden van de UEFA vastgestelde – soortgelijke – regels al dan niet verenigbaar met: – artikel 45 VWEU, – en/of soortgelijke non-discriminatieclausules inzake tewerkstelling als die bedoeld in het arrest SIMUTENKOV, – en/of artikel 101 VWEU?

Verwijzende rechter: Hof van cassatie

"1. Moeten artikel 13.1, b), i), van de Verordening nr. 883/2004/EG van 29 april 2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, de artikelen 3.1, a), en 11.1, van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van 21 oktober 2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en artikel 4.1.a), van de Verordening (EG) nr.

Verwijzende rechter: Raad van State

“Moet artikel 5, lid 1, van richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 „betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij‟ aldus worden uitgelegd dat een verbod op het gebruik van pesticiden die glyfosaat bevatten door gebruikers die niet over een fytolicentie beschikken op terreinen in particulier gebruik wordt geacht betrekking te hebben op een technisch voorschrift dat overeenkomstig het bepaalde in dat artikel bij de Europese Commissie moet worden aangemeld

Verwijzende rechter: Raad van State

1. Moet bij het onderzoek van het begrip persoon ten laste in de zin van artikel 2, punt 2, onder d), van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr.