Moeten artikel 3, punt 7, de artikelen 36 tot en met 45 en artikel 59 van richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, aldus worden uitgelegd dat een entiteit die door een lidstaat is aangewezen als ‚bevoegde instantie’ voor de evaluatie en goedkeuring van projecten moet worden geacht zelf imperiumbevoegdheid te hebben, zodat zij beslissingen kan nemen die derden binden?
Fichiers
| Titel | Grootte |
|---|---|
| Verwijzende rechter: Raad van Staat (C-645/25) | 373.14 kB |