Het Hof van Justitie

Verwijzende rechter: Hof van beroep Luik

(1) In het geval van diensten die door een in een lidstaat gevestigde belastingplichtige worden verricht ten behoeve van een andere belastingplichtige die als zodanig optreedt en wiens zetel van de bedrijfsuitoefening buiten de Europese Unie is gevestigd, terwijl zij afzonderlijke en juridisch onafhankelijke entiteiten zijn maar deel uitmaken van hetzelfde concern, de dienstverrichter zich er contractueel toe verbindt zijn installaties en personeel uitsluitend te gebruiken voor de vervaardiging van producten ten behoeve van de afnemer en deze producten vervolgens door de afnemer worden verk

Verwijzende rechter: Arbeidsrechtbank Luik

1) Kan artikel 2, lid 2, onder a) en b), van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep aldus worden uitgelegd dat het toelaat dat een overheidsdienst een volkomen neutrale overheidsomgeving creëert en het derhalve alle personeelsleden, ongeacht of zij in contact komen met het publiek, verbiedt om tekens van een overtuiging te dragen?

Verwijzende rechter: Raad van State

"Moeten de artikelen 7 en 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en [artikel 4, lid 1, onder c),] van richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging en de beginselen van gelijke behandeling en rechtszekerheid aldus worden uitgelegd dat de lidstaten rekening moeten houden met de leeftijd van het kind dat met zijn gezin wordt herenigd op het tijdstip waarop de als vluchteling erkende gezinshereniger zijn verzoek om internationale bescherming indient, en niet op het tijdstip waarop het verzoek tot gezinshereniging wordt ingedie

Verwijzende rechter: Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel

1. Moeten de artikelen 2, 4, s, 27 en 29 van de Burgerschapsrichttiin 2004/38, die de artikelen 20 en 21 van het vwEU uitvoeren, zo worden uitgelegd dat zii niet in de weg staan aan de reglementering van een lidstaat (in casu voortvloeiende uit artikel 78 en 22 van het MinÍsterieel Besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus covlD-19 te beperken, na wijziging door respectieveliik artikel 3 en 5 van het Ministerieel besluit van 10 juli 2020)) die bii algemene maatregel :