Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Gent

1. Dienen de artikelen 6.1, 3.10, 3.11 van de REACH-verordening aldus te worden uitgelegd dat er een registratieplicht rust op diegene die de stof bij een niet EU-fabrikant bestelt/aankoopt, ook al worden alle regelingen met het oog op het fysiek binnen het douanegebied van de Unie brengen feitelijk getroffen door een derde partij die ook uitdrukkelijk bevestigt hiervoor verantwoordelijk te zijn? Is het voor de beantwoording van vermelde vraag relevant of de hoeveelheid die wordt besteld/aangekocht slechts een deel (maar wel meer dan 1 ton) betreft van een grotere lading van dezelfde stof van dezelfde niet-EU-fabrikant die door deze derde partij binnen het douanegebied van de Unie wordt gebracht om aldaar in douane-entrepot te worden ingeslagen?
2. Dient artikel 2.1.b) van de REACH-Verordening aldus te worden uitgelegd dat ook stof die wordt ingeslagen in douane-entrepot (middels plaatsing onder de regeling J - code 71 00 in vak 37 van het enig document) buiten het toepassingsgebied van de REACH-verordening blijft, totdat zij in een latere fase wordt uitgeslagen en onder een andere douaneregeling wordt geplaatst (bv. het in het vrije verkeer brengen)? In het bevestigend geval, dienen de artikelen 6.1 en 3.10 en 3.11 van de REACH-Verordening aldus te worden begrepen dat de verplichting tot registratie in die omstandigheid rust opdiegene die de stof rechtstreeks heeft gekocht buiten de Unie en deze afroept (zonder dat hij de stof eerder fysiek binnen het douanegebied van de Unie heeft binnengebracht), ook indien de stof reeds werd geregistreerd door de derde onderneming die ze eerder fysiek binnen het douanegebied van de Unie heeft gebracht?