Verwijzende rechter: Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

De juridische bespreking en de motivering van het verzoek evenals de prejudiciële vragen zijn in wezen dezelfde als die welke in de samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing in zaak C-50/24 zijn uiteengezet

De vijfde prejudiciële vraag is bovendien enigszins anders geformuleerd en is hieronder weergegeven:
„5) Moeten de artikelen 31, 43 en 46 van richtlijn 2013/32/EU, gelezen in samenhang met artikel 47 van het Handvest, aldus worden uitgelegd dat de [Raad voor Vreemdelingenbetwistingen] bij de behandeling van een beroep tegen een beslissing in het kader van een aan de grens ingeleide procedure ambtshalve de overschrijding van de termijn van vier weken dient op te werpen?”