Verwijzende rechter: Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent
a) Moet artikel 42, lid 3 Richtlijn 2014/24/EU aldus worden uitgelegd dat de daarin opgenomen lijst van wijzen waarop technische specificaties dienen te worden opgesteld een limitatief karakter heeft en een aanbestedende dienst bijgevolg verplicht is om de technische specificaties van haar overheidsopdrachten vorm te geven op één van de in deze bepaling vermelde wijzen?
b) Moet artikel 42, lid 4 Richtlijn 2014/24/EU aldus worden uitgelegd dat verwijzingen in de technische specificaties van aanbestedingen naar rioleringsbuizen uit gres en beton (afhankelijk van het concreet soort rioleringssysteem) moeten worden aangemerkt als één
of meerdere in deze bepaling opgesomde verwijzingen, bijvoorbeeld als verwijzingen naar
bepaalde types, dan wel naar bepaalde producties van buizen?
c) Moet artikel 42, lid 4 Richtlijn 2014/24/EU aldus worden uitgelegd dat verwijzingen in de
technische specificaties van aanbestedingen naar één enkel product, bijvoorbeeld naar
rioleringsbuizen uit gres en beton (afhankelijk van het concreet soort rioleringssysteem) als
zijnde specifieke technische oplossingen, het in deze bepaling vereiste gevolg (m.n. "waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of
geëlimineerd") reeds genereren aangezien zij ertoe leiden dat ondernemingen die
alternatieve oplossingen dan het voorgeschreven product aanbieden a priori worden uitgesloten en dus benadeeld, ondanks het feit dat verschillende ondernemingen in onderlinge concurrentie met elkaar vermeld voorgeschreven product wel kunnen aanbieden, of is vereist dat er geen enkele vorm van concurrentie met betrekking tot vermeld product, bijvoorbeeld rioleringsbuizen uit gres en beton (afhankelijk van het concreet soort rioleringssysteem), aanwezig is en dat er van vermeld gevolg aldus enkel sprake kan zijn indien het betrokken product kenmerkend is voor één bepaalde onderneming die dit als enige op de markt aanbiedt?
d) Moet artikel 42, lid 2 Richtlijn 2014/24/EU aldus worden uitgelegd dat een vastgestelde
schending van artikel 42, lid 3 Richtlijn 2014/24/EU en / of van artikel 42, lid 4 Richtlijn 2014/24/EU, ingevolge het onwettig gebruik van verwijzingen in de technische specificaties van aanbestedingen (bijvoorbeeld naar rioleringsbuizen uit gres en beton (afhankelijk van het concreet soort rioleringssysteem)), meteen ook een schending van artikel 42, lid 2 Richtlijn 2014/24/EU, evenals het hiermee verbonden artikel 18, lid 1 Richtlijn 2014/24/EU impliceert?
Attachment | Size |
---|---|
c-424-23_-_demande_de_decision_prejudicielle_-_original_nl.pdf | 834.08 KB |