Verwijzende rechter: Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg Brussel

Dient art. 56, eerste lid VWEU zo te worden gei'nterpreteerd dat het zich ertegen verzet dot een nationale wettelijke regeling van een lidstaat gon de uitboters van een beperkt en gecontroleerd aontalvergunde kansspelinrichtingen op haor grondgebied een uitzondering toestaat op een olgemeen geldend reclameverbod voor dergeliike inrichtingen, zonder tegetijk te voorzien in een mogeliikheid voor de uitbaters von in ondere lidstoten gevestigde kansspelinrichtingen om ten behoeve von deze lqotste een zelfde uitzondering op het reclomeverbod op haor grondgebied te bekomen ?