Verwijzende rechter: Hof van beroep Gent (corrigendum)

"Moet artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aldus worden geïnterpreteerd dat het zich verzet tegen een nationale regeling, zoals die wordt bestreden voor het hof (m.n. die werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof doch waarvan de gevolgen werden gehandhaafd evenwel met schending van de vrijheid van vestiging als gevolg waarvan de gehandhaafde nationale regeling buiten toepassing moet worden gelaten ten aanzien van de winsten uitgekeerd door vennootschappen gevestigd in een andere lidstaat met een Belgische vaste inrichting), en waarbij
- een belasting verschuldigd is op de uitkering van winsten die in het uiteindelijk belastbaar resultaat van een ingezeten vennootschap, ter zake waarvan een in andere lidstaat gevestigde vennootschap een zodanige invloed heeft op het beleid ervan dat hij de activiteiten ervan kan bepalen, werden opgenomen,
- terwijl deze belasting niet verschuldigd is op de betrokken winsten mocht deze in een andere lidstaat gevestigde vennootschap haar activiteiten in België uitoefenen doormiddel van een vaste inrichting/filiaal?"