Verwijzende rechter: Franstalige rechtbank van eerste aanleg – Brussel (Werkdocument)

„Vereist artikel 34 van richtlijn (EU) 2016/801 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten, gelezen op zich dan wel in samenhang met artikel 7, artikel 14, lid 1, en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten en met het doeltreffendheidsbeginsel, in het licht van de met deze richtlijn nagestreefde doelstelling om de aan derdelanders geboden procedurele waarborgen te versterken en de komst van buitenlandse studenten naar de Europese Unie te bevorderen, dat:
1) de buitenlandse student toegang heeft tot een uitzonderlijke beroepsprocedure bij uiterste spoedeisendheid wanneer hij aantoont dat hij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht en dat de inachtneming van de termijnen voor het voeren van een gewone procedure (tot schorsing/vernietiging) het verloop van de studie in kwestie zou kunnen belemmeren?
Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, geldt datzelfde ontkennende antwoord dan ook wanneer de betrokkene onherroepelijk een studiejaar dreigt te verliezen als er niet snel een beslissing wordt gegeven?
2) de buitenlandse student toegang heeft tot een uitzonderlijke beroepsprocedure bij uiterste spoedeisendheid wanneer hij aantoont dat hij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht en dat de inachtneming van de termijnen voor het voeren van een gewone procedure (tot schorsing/vernietiging) het verloop van de studie in kwestie zou kunnen belemmeren, in welke procedure hij tegelijk met de schorsing kan verzoeken dat andere voorlopige maatregelen worden gelast om de doeltreffendheid van het recht op verkrijging van een vergunning te waarborgen indien hij voldoet aan de algemene en specifieke voorwaarden, zoals gewaarborgd door artikel 5, lid 3, van richtlijn [2016/801]? Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, geldt datzelfde ontkennende antwoord dan ook wanneer de betrokkene onherroepelijk een studiejaar dreigt te verliezen als er niet snel een beslissing wordt gegeven?
3) het beroep tegen een besluit tot weigering van een visum het de rechter toestaat zijn beoordeling in de plaats te stellen van die van het bestuursorgaan en het besluit van dit orgaan te herzien, of volstaat een wettigheidstoetsing waarbij de rechter een onrechtmatigheid, met name een kennelijke beoordelingsfout, kan bestraffen door het besluit van het bestuursorgaan op te schorten of nietig te verklaren?”