Het Hof van Justitie

Verwijzende rechter: Raad van State

1. Moet bij het onderzoek van het begrip persoon ten laste in de zin van artikel 2, punt 2, onder d), van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr.

Verwijzende rechter: Hof van Cassatie

Dient artikel 17, lid 2, a), eerste streepje, van richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten aldus te worden uitgelegd dat in een situatie zoals in casu, het gedeelte van de aan de hoofdagent verschuldigde uitwinningsvergoeding dat overeenstemt met de klanten die de subagent de hoofdagent heeft aangebracht, de hoofdagent geen „aanzienlijk voordeel” oplevert?