Parlementaire vragen en antwoorden (8 juli 2021)
Parlementaire vragen en antwoorden (3e zitting van de 55e zittingsperiode)
Op het platform IGO Lex kan u zoeken naar documentatie aan de hand van de zoekfilters of door uw zoekopdracht rechtstreeks in te geven in de zoekbalk.
Oudere versies van de juridische nieuwsbrief kan u raadplegen door in de zoekbalk ‘IGO Lex’ in te geven.
Parlementaire vragen en antwoorden (3e zitting van de 55e zittingsperiode)
Moet artikel 7, punt 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus worden uitgelegd dat het begrip „verbintenissen uit overeenkomst” in de zin van deze bepaling ook ziet op een vordering tot compensatie die op grond van verordening (EG) nr.
“Wordt de vrijheid van vestiging zoals gewaarborgd door artikel 49 VWEU geschonden door een nationale regeling zoals hier aan de orde in die mate dat zij tot gevolg heeft dat een Luxemburgse vennootschap die in Luxemburg waardeverminderingen op aandelen boekt en deze waardeverminderingen weliswaar principieel in mindering van haar fiscaal resultaat brengt, maar niet daadwerkelijk van haar fiscaal resultaat kan aftrekken wegens het bestaan van een fiscale verliespositie, na verplaatsing van haar statutaire zetel naar België, op de terugname van die waardeverminderingen in België wordt belast
Is voldaan aan artikel 23, lid 1, onder a), en lid 2, van het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Lugano op 30 oktober 2007, wanneer een forumkeuzebeding is opgenomen in de algemene voorwaarden waarnaar in een schriftelijk gesloten overeenkomst wordt verwezen door vermelding van de hyperlink naar een website waar van deze algemene voorwaarden kennis kan worden genomen en waar deze kunnen worden gedownload en afgedrukt, zonder dat de partij aan wie deze clausule wordt tegengeworp
1. Dient artikel 12, lid 3, van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014, zoals gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2015/2170 van de Commissie van 24 november 2015, betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG aldus te worden uitgelegd dat het rechtstreekse werking heeft?
1. Moet artikel 5 van de Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus worden uitgelegd dat:
Moet clausule 4 van de raamovereenkomst die ten uitvoer is gelegd bij richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan een nationale regeling die voor de berekening van het salaris van voltijdse beroepsbrandweerlieden de als vrijwillig brandweerman in deeltijd gepresteerde diensten als financiële anciënniteit in aanmerking neemt op basis van het werkvolume – dat wil zeggen de duur van de werkelijk verrichte prestaties – volgens het ‚pr
Een lijst met rechtsleer die verschenen is in de tijdschriften uit de bibliotheek van de FOD Justitie. Deze doctrine-overzichten kunnen helpen bij het aanvragen van een kopie van rechtsleer bij de Bibliotheek van de FOD Justitie. U kan dit doen via het e-mailadres biblio.fodspf@just.fgov.be.