Arresten van het Grondwettelijk Hof 26 september 2024
Arresten van het Grondwettelijk Hof 26 september 2024
Op het platform IGO Lex kan u zoeken naar documentatie aan de hand van de zoekfilters of door uw zoekopdracht rechtstreeks in te geven in de zoekbalk.
Oudere versies van de juridische nieuwsbrief kan u raadplegen door in de zoekbalk ‘IGO Lex’ in te geven.
Arresten van het Grondwettelijk Hof 26 september 2024
Arresten van het Grondwettelijk Hof 3 oktober 2024
Arresten van het Grondwettelijk Hof - Prijs naar aanleiding van de 40ste verjaardag
Via deze periodieke juridische nieuwsbrief wil het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO) u informeren over (nakende) wetgeving en activiteiten binnen zowel de diverse arrondissementen van justitie als bij de nationale en internationale instellingen die haar omringen.
Dit is een periodieke nieuwsbrief van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin zowel de hangende zaken als de belangrijkste punten van de arresten en conclusies zijn opgenomen.
Arresten van het Grondwettelijk Hof 19 september 2024
Vormt een regeling van VBS-diensten met het daaraan verbonden forfaitair tarief in functie van de lengte van het schip dat van toepassing is op Zeeverkeer naar een Vlaamse Haven en komende van een haven in andere lidstaat, maar dat niet van toepassing is op verkeer tussen Vlaamse Havens doordat dit verkeer van het tarief is vrijgesteld, een belemmering op de vrijheid van diensten in toepassing van de Verordening (EEG) nr.
1) Moet artikel 3 van richtlijn 2003/6, gelezen in het licht van de artikelen 11 en 52 van het Handvest van de grondrechten, artikel 10 EVRM en het gelijkheidsbeginsel, voor zover het betrekking heeft op het verbod om „voorwetenschap aan een derde mede te delen, tenzij dit gebeurt in het kader van de normale uitoefening van [zijn] werk, beroep of functie” aldus worden uitgelegd dat het verboden is dat voorwetenschap in de media (radio en websites van gedrukte media) wordt meegedeeld door een persoon die politicus, voormalig minister en lid van een oppositiepartij is, die in die hoedanigheid
“Dient artikel 20, lid 3, c), van de richtlijn (EU) 2014/40 gelezen in samenhang met artikel 7, lid 6 van diezelfde richtlijn in die zin te worden geïnterpreteerd dat het voor de lidstaten de verplichting inhoudt, wat het in de handel brengen van elektronische sigaretten en navulverpakkingen betreft, te verbieden dat, zoals in artikel 7, lid 6, onder d) is bepaald, nicotine houdende vloeistof additieven bevat die de inhalatie of de opname van nicotine faciliteren, ook al veroorzaakt de elektronische sigaret geen verbranding noch rook?”
Leggen de verplichtingen die zijn neergelegd in artikel 4, lid 2, van verordening (EG) nr.