Verwijzingsbeschikking: Gericht Erster Instanz Eupen/Rechtbank van Eerste aanleg Eupen

Een nationale bepaling die, zoals toegepast door het Waalse Gewest, het gebruik van een in het buitenland ingeschreven bedrijfsvoertuig dat ter beschikking wordt gesteld van een bedrijfsleider, onder de voorwaarde dat deze aan boord van het voertuig in het bezit is van een bewijs van deze terbeschikkingstelling (d.w.z. een attest in de zin van artikel 3, § 2, 2°, van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen evenals van een arbeidsovereenkomst of een dienstopdracht), is deze in strijd met de relevante bepalingen van het Unierecht, in het bijzonder de artikelen 49 VWEU en 56 VWEU, waarbij het met name de vraag is of deze uitzondering op de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel?

File: