Verwijzingsbeschikking: Arbeidsrechtbank van Luik

Wanneer een lidstaat besluit om iemands vluchtelingenstatus in te trekken overeenkomstig artikel 11 van richtlijn 2011/95, en vervolgens om zijn verblijfsrecht in te trekken en hem te bevelen het grondgebied te verlaten, moeten de artikelen 7 en 13 van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in
de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, gelezen in samenhang met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dan aldus worden uitgelegd dat de betrokkene een voorlopig verblijfsrecht behoudt, evenals zijn sociale rechten, gedurende de behandeling van zijn beroep in rechte tegen de beslissing betreffende beëindiging van het verblijf en terugkeer?