Verwijzende rechter: Franstalige Rechtbank van eerste aanleg Brussel

„Zijn het plan met betrekking tot lokaal opgeleide spelers, dat in 2005 door de UEFA en haar leden, waaronder de KBVB, op het congres van Tallinn is vastgesteld, en/of de regels van de KBVB met betrekking tot lokaal opgeleide spelers en/of die van de UEFA en/of de door de andere leden van de UEFA vastgestelde – soortgelijke – regels al dan niet verenigbaar met: – artikel 45 VWEU, – en/of soortgelijke non-discriminatieclausules inzake tewerkstelling als die bedoeld in het arrest SIMUTENKOV, – en/of artikel 101 VWEU? Meer in het bijzonder, kunnen dergelijke regels – in het bijzonder die van de KBVB en de UEFA – worden geacht de evenredigheidstoets te doorstaan, wanneer de opstellers ervan niet nauwkeurig aantonen waarom bepaalde alternatieven die volgens de rechtsleer meer rekening houden met de fundamentele vrijheden, zoals bijvoorbeeld de financiële stimulans, niet haalbaar zijn? Moet voorts worden aangenomen dat deze regels in hun geheel beschouwd een onderling afgestemde feitelijke gedraging vormen, die haar oorsprong vindt in de op het UEFA-congres in Tallinn gevoerde besprekingen en genomen beslissingen, met als gevolg dat de KBVB moet worden beschouwd als een partij bij die onderling afgestemde feitelijke gedraging en dat hij derhalve verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gehele schade die deze onderling afgestemde feitelijke gedraging heeft berokkend aan een bepaalde speler of club?”