Verwijzende rechter: Arbeidshof te Bergen

Moet clausule 4 van de raamovereenkomst die ten uitvoer is gelegd bij richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan een nationale regeling die voor de berekening van het salaris van voltijdse beroepsbrandweerlieden de als vrijwillig brandweerman in deeltijd gepresteerde diensten als financiële anciënniteit in aanmerking neemt op basis van het werkvolume – dat wil zeggen de duur van de werkelijk verrichte prestaties – volgens het ‚pro rata temporis’- beginsel, en niet op basis van de duur van de periode waarbinnen de prestaties zijn verricht?

File: