Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg Luik – afdeling Luik
Heeft artikel 4 van richtlijn 2011/96/EU rechtstreekse werking en moet het, in samenhang met andere bronnen van Unierecht, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een regeling van een lidstaat waarin:
(i) een fiscaal consolidatiestelsel (systeem van groepsbijdragen) wordt ingevoerd dat vennootschapsgroepen onder bepaalde voorwaarden toestaat om belastbare winsten van bepaalde dochterondernemingen geheel of gedeeltelijk over te dragen aan andere dochterondernemingen die in de loop van het aanslagjaar verlieslatend zijn geweest (groepsbijdrage), en (ii) een uitsluiting van dat voordeel is opgenomen voor verlieslatende vennootschappen, ter hoogte van het bedrag van de ontvangen dividenden, die voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling op grond van de wetgeving van die lidstaat tot omzetting van richtlijn 2011/96/EU?
• Valt deze regeling al dan niet binnen de werkingssfeer van artikel 1, lid 2, van richtlijn 2011/96/EU, waarin is bepaald dat deze richtlijn „geen beletsel [vormt] voor de toepassing van nationale of verdragsrechtelijke voorschriften ter bestrijding van fraude en misbruiken”?
Attachment | Size |
---|---|
Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg Luik – afdeling Luik | 601.46 KB |