Verwijzende rechter: Hof van Beroep te Bergen
Moet artikel 7, punt 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus worden uitgelegd dat het begrip „verbintenissen uit overeenkomst” in de zin van deze bepaling ook ziet op een vordering tot compensatie die op grond van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 is ingesteld door een incassobureau dat geen partij is bij de luchtvervoersovereenkomst en zich beroept op zijn hoedanigheid van cessionaris van de vordering van de passagier, maar niet aantoont dat het in alle rechten en verplichtingen van de oorspronkelijke contractant is getreden?
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moet artikel 7, punt 1, onder a), en punt 1, onder b), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken dan aldus worden uitgelegd dat de plaats van uitvoering van de aan de vordering ten grondslag liggende verbintenis de plaats van uitvoering van de luchtvervoersovereenkomst is, dat wil zeggen de plaats van vertrek of aankomst van de vlucht, dan wel in voorkomend geval een andere plaats?
Attachment | Size |
---|---|
Verwijzende rechter: Hof van Beroep te Bergen | 545.28 KB |